Een vleugje magie
Een warme zomeravond een paar weken geleden. Het kleine stemmetje dat aanmoedigt om nog een avondwandeling te maken. Ik luister ernaar en rijd met de wagen tot aan het begin van de laan naar Bergenkruis. Net na het uitstappen merk ik dat er iets rond me fladdert.
Ik kijk links en rechts, probeer te onderscheiden wat het is. Vrij snel zie ik een vlinder. Hij vliegt heen en weer, maakt hoogte en landt dan op mijn hoofd. Ik blijf stil staan, verwonderd van zijn durf. Hop, daar gaat hij weer de lucht in, dartelt vrolijk rond om opnieuw te landen op mijn hoofd. Zijn spel doet me glimlachen, ik ben helemaal in het hier en nu. Instinctief steek ik mijn rechterhand uit, met de handpalm open en naar boven gericht.
De vlinder telt geen maanden doch momenten en heeft tijd genoeg.
De vlinder fladdert terug een paar maal weg en dichterbij, om uiteindelijk op mijn open handpalm te komen zitten. Zijn vleugels zijn dicht, hij lijkt gerust en niet gehaast om snel terug op te stijgen. Hij kijkt in mijn richting, zijn antennes bewegen lichtjes. Ik durf me niet te bewegen, houd mijn adem in en kijk verrast, vol verwondering naar dat prachtige, kleine wezentje met al die kleuren. Ik voel zijn lijfje om de seconde zachtjes zinderen. Stilaan durf ik terug ademen, heel rustig en diep.
'What if I fall?'
'Oh, but my darling, what if you fly?'
Ik blijf kijken naar de kleine vlinder op mijn hand en groet hem. Ik vraag hem wat zijn boodschap is. Even blijft het stil, tot ik ineens diep vanbinnen voel wat hij voor mij betekent, wat hij me komt vertellen. Ik dank hem voor zijn aanwezigheid en de bijzondere ontmoeting. Hij vliegt op, fladdert nog wat rond en stijgt dan heel hoog tot ik hem tussen de takken van de populieren niet meer kan onderscheiden. Ik hoor de bomen ruisen, er steekt een zachte bries op. Ik besef dat de natuur ontelbare stemmen heeft om ons dingen te vertellen en hoe al haar stemmen ontroerend mooi klinken…
Getuigenis | Anja D. E., De Cocon, jaargang 9, editie 53