Knusse rust
Eindelijk terug de veel te grote pyjama en dikke kousen uit de kast halen en knusjes voor de verwarming gaan zitten. Eindelijk terug een duidelijk begin en einde aan elke dag: als het ’s avonds donker geworden is, heb ik pas echt het gevoel dat het avond is en dat ik mag ontspannen.
Zomerdagen
Tijdens de zomer daarentegen lijkt er maar geen einde te komen aan elke dag. Omdat ik op kot zit in het centrum van onze hoofdstad en het er verschrikkelijk druk kan zijn (niet enkel het verkeer, maar ook de luidsprekende toeristen en terrasjesmensen), kijk ik er naar uit om alles terug tot rust te zien komen. In de namiddag schijnt de zon steeds op het witte gebouw aan de overkant van de straat en daarom hou ik liever mijn gordijnen dicht. Het licht weerkaatst namelijk en ik kan moeilijk fel licht verdragen. Als er iemand langskomt, doe ik m’n gordijnen wel open, maar daarna gaan ze onmiddellijk terug dicht; dan kan ik nog even in alle stilte nadenken over het voorbije gesprek.
De dagen zullen nu kouder worden en daar ben ik eigenlijk niet treurig om. Ik hou zelfs meer van de winter dan van de zomer. Uit rust kan ik energie putten en die rust is vaak in de koudere dagen te vinden. De sneeuw dempt het geluid en de regen houdt de dagjesmensen thuis. Ik begrijp dat velen uit het zonlicht juist veel energie kunnen putten, maar voor mij gaat die vlieger niet op. Een zonnige dag start je inderdaad gemakkelijker met een glimlach dan een regenachtige dag, maar ik vind het moeilijk te begrijpen dat je dan plots zo veel opgewekter, of noem het misschien gelukkiger, door het leven kan gaan. Ikzelf vind het maar niks om, zoals mijn mama, veel zomerkleren te kopen tijdens de drukke solden en op reis te gaan naar een ‘meer-dan-35 graden-land’ om er te gaan liggen bakken. Als ik namelijk nog maar een half uurtje in zo’n hitte lig, krijg ik al hoofdpijn. Ik heb onlangs het recentelijk verschenen boekje gelezen van J. Intrabartolo: Langmuts op school.
Hooggevoelige kabouter
Het is een kort verhaaltje over een hooggevoelige kabouter. Zijn muts is extra lang en daar maakt hij gretig gebruik van: “hij doet hem voor zijn ogen als hij iets spannends ziet, hij kan hem in z’n oren proppen als hij harde geluiden hoort, hij kan hem over z’n neus strikken als er iets stinkt en hij kan hem helemaal
over zich heen trekken als hij genoeg heeft van alles om zich heen.” Ik denk dat mijn dikke sjaal en warme kleren in de winter ook als een soort langmuts dienen. Nu toch nog even van de laatste zonnige dagen genieten (met mate en vaak vanuit de koele woonkamer), en dan ben ik helemaal klaar voor de winter!
Eind september beginnen de lessen op school terug en ik ben blij, misschien net zoals vele HSP’ers die vakantie genomen hebben tijdens de zomer, dat er terug structuur en regelmaat voor de deur staat. Veel moed en doorzettingsvermogen gewenst voor alle HSP’ers voor wie de koude periode minder aangenaam is.
Getuigenis | De Brauwer, L., De Cocon, jaargang 9, editie 53