Man, jij kan overdrijven
Koud? Maar neen, het is helemaal niet koud. Moe? Ik ben ook wel eens moe, niet aan toegeven, morgen is dat over. Fijn, zo’n lange wandeling. Te ver? Maar neen, dat is juist goed.
Intussen ben je door en door koud, moet je van die nachtuitspattingen vier dagen recupereren en doet je hele lichaam de volgende dag intens pijn van die te lange wandeling. Opmerkingen als deze zorgen ervoor dat hoogsensitieve personen continu over hun grenzen gaan, in de hoop dat ze deze one-liners niet steeds hoeven aan te horen. Zonder resultaat overigens, want er zijn dagdagelijks aanleidingen die ervoor zorgen dat hetgeen jij als een grens aangeeft en aanvoelt, door je dierbaren van tafel wordt geveegd. Zo’n opmerking tegen jou persoonlijk in een privécontext is dan nog één ding, ook al doet het telkens opnieuw pijn. Maar wanneer dat in groep wordt geuit, komt het als een regelrechte persoonlijke aanval binnen. Vaak sluiten andere leden van het gezelschap zich aan bij die opmerking en voel je je openlijk beledigd en geschoffeerd. Dat gaat door merg en been. Het beheerst je gevoel, je welbevinden voor minstens de rest van de dag. Durf je daarover iets te zeggen dan doen ze het lachend af met: ‘Ach, dat was maar een grapje, maar jij kan soms ook zo overdrijven'.
Hup, weer naar af
De vraag is natuurlijk hoe we zo’n zaken kunnen vermijden, want dat zouden we wel willen. Maar rekening houdend met het feit dat we hier moeten opboksen tegen 75% of 80% van de bevolking, die andere waarden, normen en een andere logica hanteren, vrees ik dat dit helaas niet te vermijden valt. De ‘ander’ ervaart die dingen immers op een andere manier, minder intens, vanuit een andere invalshoek, minder allesomvattend. Zij kunnen zich vaak gewoonweg niet in onze intense belevingswereld verplaatsen, hoe jammer en frustrerend dat ook moge zijn. Als hooggevoelige blijven we echter meestal tevergeefs hopen dat dit tij kan keren. Dat de dierbaren onder ons eindelijk eens zouden begrijpen hoe wij de dingen beleven. Hoe superlatieven vaak de enige namen zijn om te omschrijven wat we voelen, meemaken, ervaren...
Eerst geloven, dan zien
Je zou hun reacties kunnen vergelijken met een paard dat oogkleppen op heeft. En dat bedoel ik dan zeker niet negatief maar het is een mooi beeld om het verschil te schetsen. Vele mensen, geloven enkel wat ze zelf zien en meemaken. Onder die mensen bevinden zich zelfs andere hooggevoeligen die de zaken met een nog andere intensiteit bekijken dan deze van jouw unieke zelf. De—andere—beperktere blik en beperkte fantasie maken dikwijls ook dat ze zich andere zaken minder goed, tot niet, kunnen voorstellen. En hoe frustrerend dit voor de hooggevoelige ook mag zijn, het is een waarheid waar we niet omheen kunnen.
Van waarheden gesproken, zo zie je maar dat er verschillende waarheden kunnen bestaan. Een open blik naar onze medemens is dus van groot belang. De ander begrijpt ons niet, maar wij begrijpen ook de ander niet. Een en ander kan makkelijker te plaatsen zijn van zodra je dit inzicht verwerft.
Maar simpel is het daarom niet.
Ik zie, ik zie wat jij niet ziet
Mensen geloven enkel wat ze zelf ‘zien’. Daardoor zijn ze vaak geneigd zijn om andere meningen of visies als ‘overdreven’ te interpreteren. Op 15-jarige leeftijd zag Mieke hoe haar moeder aftakelde door een zware alcohol- en medicatieverslaving. Haar 2 jaar jongere broer had minder zicht op de situatie, werd er minder mee geconfronteerd. Enkele jaren nadien deed zich bijna een intoxicatie van de hersenen voor. Mieke zag dit aankomen, voelde ook heel goed aan waar dit naartoe ging. Vader reageerde niet, broer reageerde niet en tantes en ooms reageerden ook niet. Als 17-jarige zei Mieke dan ook geregeld tegen haar moeder: 'mama, je ziet er gedrogeerd uit.' Waarop ze een snauw kreeg: 'Ik neem geen drugs'. Met lede ogen moest Mieke dit blijven aanzien. Niemand zag wat zij zag.
25 jaar heeft zij vruchteloos geprobeerd verandering te brengen in deze situatie. Het probleem verlegde zich volgens de familie naar Mieke, want niemand zag de ernst van de situatie en het was Mieke die er tenslotte aan onderdoor ging en zwaar overdreef volgens de omgeving. Intussen is Mieke 45 jaar en is haar moeder de afgelopen 6 maanden opgenomen in een ontwenningskliniek. Op haar 70ste was haar moeder intussen immers zwaar zorgbehoevend geworden, incontinent, kon niet meer stappen of rechtstaan, viel geregeld en kon eigenlijk niet meer zelfstandig blijven wonen. De ernst van de situatie werd ook nu nog door haar broer zwaar onderschat. Hij weet het aan ouderdomsverschijnselen, net als andere familieleden. Mieke had al 25 jaar het gevoel dat dit het resultaat zou zijn van al die verslavingen.
Na de zware ontwenning van 6 maanden is haar moeder veel beter. Haar zorgprofiel is inmiddels van die aard dat ze wel alleen kan blijven wonen. Miekes aanvoelen zat dus al 25 jaar juist en toch werd ze steeds als ‘overdreven’ bestempeld.
Het verhaal van Mieke
Een verhaal van ‘overdrijven’, niet geloofd worden, onbegrip, en tenslotte, als velen het al zijn vergeten, een diep besef van ‘gelijk’ gehad te hebben. Misschien kunnen we hieruit leren dat we onze eigen ‘waarheid’ gerust mogen aanvaarden en als ‘onze’ waarheid mogen zien, ondanks alle tegenwerpingen van die andere 75 à 80% van de bevolking. Belangrijk is wel dat we een en ander blijven aftoetsen en ons niet enkel in onze eigen ‘waarheid’ blijven wentelen. Want ondanks alles is het belangrijk om in de wereld te blijven staan, en ons niet af te sluiten.
Hoe we dat praktisch kunnen doen, lees je verderop.
Leren relativeren
Op langere termijn is het vaak een grote stap, eventueel samen te nemen met begeleiding van een coach, psycholoog of therapeut, om een en ander te leren relativeren. Op die manier kan je maken dat jouw waarheid over een bepaalde situatie je hele leven niet in die mate blijft beheersen dat je niet meer in staat bent verder te functioneren, en in het verleden blijft leven. Want dat is uiteindelijk iets wat we zelf in de hand hebben, de keuze om er iets mee te doen zodat je verder kan met je leven en zelfzorg.
Een tweede stap die je kan zetten is proberen je perfectionistische kijk op een bepaalde situatie af te zwakken. Het is dan misschien niet 100% zoals je het zou willen, maar die 80% of zelfs 60% is ook al goed genoeg. Mild zijn voor jezelf en voor de ander kan hierbij echt wel helpen. Maar vaak lukt ons dat enkel nog met behulp van de coach, therapeut, psycholoog, afhankelijk van hoe diep geworteld je beleving zit.
Een derde stap bij grote frustraties en teleurstellingen is leren loslaten. Leren beseffen dat de ander de verantwoordelijkheid heeft over z’n eigen leven en niet jij. Je kan wel links en rechts proberen advies te geven maar als je na een bepaalde tijd merkt dat je boodschap niet aankomt, maak je er best je gedacht van en probeer je het los te laten. Makkelijker gezegd dan gedaan. Dat is juist. Maar het is vaak de enige manier om door te kunnen gaan met jouw leven.
Blijf bij jezelf
Tenslotte is het belangrijk bij jezelf te blijven. Jij voelt wat je voelt. Laat je niet aanpraten dat je dat niet màg voelen. Vanuit onze vermijdingsdrang voor conflicten laten we ons vaak ‘andere’ waarheden aanpraten. Maar doe er ook iets mee als het je leven blijft beheersen. Assertief zijn kan hierin echt wel helpen. Ook al kan je dan het gevoel hebben dat je een conflict aangaat.
Laten merken dat jouw waarheid er evengoed mag zijn naast de waarheid van een ander is in ieder geval goed voor je zelfvertrouwen.
Laten merken dat jouw waarheid er mag zijn naast die van een ander is goed voor je zelfvertrouwen
Anneke had vroeger ook wel haar eigen mening, dacht ze. Maar als een ander het tegenovergestelde zei, dan gaf ze daarin toe met de gedachte “Die zal wel gelijk hebben”. Ze stond niet sterk genoeg in haar schoenen om haar eigen mening naar waarde te schatten.
Intussen, zo’n 15 jaar later durft ze wel voor haar mening uit te komen. Haar houding is nu eerder: 'Jij hebt jouw mening/waarheid, ik heb de mijne, en die mogen gerust naast elkaar bestaan'. Het ‘ik ben oké, jij bent oké’- principe dus. Overdrijven of niet, in de ogen van de ander, jij mag gewoon zijn wie je bent.
Wat als relativeren alleen niet voldoende is?
- Zoek een vertrouwenspersoon waar je je goed bij voelt, een goede vriend/vriendin die jou beter begrijpt dan de gemiddelde persoon.
- Schrijf je zorgen en pijn van je af. Schrijven heelt en maakt dat je de dingen verwerkt. Je kan in een dagboek schrijven voor jezelf, maar je kan ook een mail zenden naar HSP Vlaanderen als je dat zou opluchten.
- Bezoek een HSP-Praatkaffee, je leert er gelijkvoelende mensen kennen. Herkenning en erkenning staan op de voorgrond. Velen ervaren een gevoel van ‘thuiskomen’.
- Probeer open te staan voor de ‘kijk’ van de ander en je zelf ook begripvol op te stellen voor het feit dat die de zaken ook ‘anders’ ziet.
Getuigenis | Helen, De Cocon, jaargang 9, editie 49