Mijn eigen kleine planeet
Al van kinds af aan, voelde ik de wereld aan als een wereld waar ik me niet helemaal thuis voelde ... Een gevoel van verplichtingen en verwachtingen, waaraan ik niet kon en kan aan voldoen. Een intense druk die al begon op de schoolbanken en me verplichtte om op te gaan in de massa, mee te gaan in de flow van de maatschappelijke verwachtingen. Vooraan in de klas boeken bespreken, op voetbal presteren, de druk van thuis uit om overal aan deel te nemen ...
Maar in mijn hoofd voelde het zwaar en mijn lichaam begon zich geleidelijk aan te passen aan de druk van mijn hoofd, wat resulteerde in verschillende klachten. Op mijn twaalfde kreeg ik dan ook de diagnose van juvenile rheumatoid arthritis ... Nog meer druk ... Op mijn vijftiende ontdekte ik de joint, een vlucht naar een andere wereld, die mij de illusie bracht dat ik zo rust vond. Het was vooral de vlucht die ik nodig had, om te ontsnappen aan deze wereld. Aan de verwachtingen, van overal ja op te zeggen, en vooral nooit nee te zeggen tegen mijn zogezegde vrienden ... Want een ‘nee’ betekent een afwijzing en dat is iets waar vele mensen het moeilijk mee hebben.
Vluchten en klachten
Op 18-jarige leeftijd ontwikkelde ik volgens de artsen, psycholoog en psychiater, een panische angststoornis ... Voor mezelf ontwikkelde ik een onverklaarbare drang om mezelf af te sluiten van de wereld. Een signaal van mijn lichaam, om me duidelijk te maken, dat het genoeg was geweest. De lichamelijke rem die ik al voelde door Rheumatoid, werd nu ook mentaal afgedwongen. De wereld werd voor mij kleiner, vrienden verdwenen ... Enkel m’n gedachten bleven en de liefde voor muziek, die me ook de nodige liefde gaf in de vorm van tekst, hoge en lage tonen, die me dieper raakten dan menig mens ...
Zoveel onverklaarbare dingen, die mijn lichaam en geest me deden voelen. Maar spijtig genoeg was het een weg die ik vooral alleen moest afleggen, en waar ik enkel op een gevoel van onmacht botste bij mensen. Zelfs artsen schrijven liever medicatie voor dan het gesprek aan te gaan ... Wat er dan ook voor zorgde dat ik jaar en dag verdwaasd door het leven ging, als een garnaal, in elkaar gekrompen zonder vraag, ‘zwijg, en ga verder’.
Kracht gevonden
Tot ik, vijftien jaar geleden, mijn huidige vrouw leerde kennen ... Een vrouw met een ongelooflijke diepgang voor het leven, mijn tweelingziel, iemand die me begreep, en iemand die zich reeds vele jaren dieper had geworteld in de kracht van ons mentaal welzijn, op alternatieve wijzen, maar ook als psychiatrisch gezondheidsmedewerker ... Een vrouw met veel kracht op alle vlakken, maar toch breekbaar genoeg om als gelijke te kunnen voelen. Zij is de vrouw, die me de ogen opende. Ze liet me merken dat ik niet de enige op deze wereld ben die zich zo voelt, dat ik dan toch geen alien ben die hier niet thuis hoort. Integendeel: ‘Jij verdient ook een plek op deze planeet, ook jij hebt het recht om te leven en te genieten zoals jouw geest en lichaam het wenst.’
Dankzij haar leerde ik de wereld kennen van hoogbegaafde en hoogsensitieve mensen, en begreep ik dat er nog een andere wereld is dan diegene die je enkel maar waarneemt, als jij naar buiten kijkt, en de drukte ziet op markten, festivals, stranden ... De trein van vooruitgaan, als kippen zonder kop, bleek dus niet helemaal te zijn wat hij leek. Onder al die mensen die ik voorbij zag razen, waren dus nog anderen die ook overprikkeld raakten door drukte, licht, geluid, geur of door teveel volk om zich heen. De wereld van hoogsensitieven heb ik leren kennen, en dat heeft me sterker gemaakt dan ooit.
Zelfzorg
Het woord ‘ja’ is totaal niet meer vanzelfsprekend. Nu kom ik op voor wat ik zelf wil, en als dat een ‘nee’ betekent, en een teleurstelling is voor de ander, dan is dat maar zo. Ik heb ervoor gekozen mezelf eerst te begrijpen en mijn eigen grenzen eerst te respecteren. Ik zie de wereld nu ook helemaal anders. Ik voel me nog steeds een alien op deze planeet, maar ik kan nu berusten in wie ik ben. Ik hou super veel van mijn leven en mijn eigen kleine planeet.
Getuigenis | M., Y., De Cocon, jaargang 18, editie 104