Alles tegelijk
Na een drukke dag van schrijven, boodschappen doen, interviews uittikken, wasjes draaien en een vergadering, sta ik in de keuken een grote, verse pizza te maken voor mijn lief en zijn drie zonen.
Net als ik met een pan gloeiende tomatensaus naar het aanrecht loop, besluit de middelste met een log fitnessapparaat buikspieroefeningen te doen op de keukenvloer. De jongste ontdekt de lucifers en steekt er een aan, vlak naast mijn gloednieuwe, synthetische rok. Ondertussen lopen de katten voor mijn voeten omdat ze honger hebben, en gaat mijn gsm: of ik de volgende dag bij een bekend productiehuis kan komen brainstormen over een televisieprogramma. Dat moet ik dus nog snel even voorbereiden. Ik heb nog maar net opgehangen of de bekende Vlaming die ik op vraag van mijn redactie tracht te strikken voor een interview, belt terug om ook die dag af te spreken. Vlak daarna belt mijn moeder om te horen hoe het gaat, terwijl op de achtergrond de televisie veel te luid speelt.
Als we dan eindelijk met z’n allen aan tafel zitten en de katten zich tevreden spinnend over hun bakje buigen, fluistert mijn oudste pluszoon voorzichtig dat de pizza eigenlijk niet zo lekker is. Hij heeft gelijk, het ding is gewoonweg niet te vreten, terwijl ik normaal gesproken best een goeie kok ben. Te veel afleiding, denk ik teleurgesteld. Ik zucht, ben doodmoe en voel me als een Hindoe godin die, ongeacht haar acht armen, toch geen heel orkest kan vervangen. Bovendien vermoed ik dat ik over enkele dagen de rekening gepresenteerd krijg: overprikkeling, met alle huilerige gevolgen van dien. Ik zoek de blik van mijn lief, waarmee ik al te lang geen goed gesprek heb gevoerd omdat we allebei zo druk bezig zijn. Onze ogen haken even in elkaar, dan worden we opgeschrikt door ruzie over frisdrank en sneuvelt er een glas.
Een Chinees spreekwoord zegt: "Heb je haast, neem dan een omweg”. Ik zeg: “Heb je haast, stop dan met denken.”
Leren loslaten
De ironie wil dat ik me de volgende ochtend herinner dat ik, tussen alle drukte door, ook niet mag vergeten voor dit blad een column te schrijven over onthaasten. Het moge duidelijk zijn: daar ben ik niet bepaald een kei in. Ik heb onlangs wel besloten om alles wat meer los te laten. Kinderen zijn daar fantastische leermeesters in. Zij hebben energie voor tien, terwijl mijn verlammende faalangst, voorkomend uit perfectionisme, me geen stap verder helpt. Nee, die werpt alleen nog meer drempels op, waardoor ik minder gedaan krijg of er langer over doe.
Als ik al mijn taken een voor een afwerk, zonder alle deadlines - waarvan mijn professionele leven nu eenmaal een aaneenschakeling is - voortdurend in neonletters voor mijn geestesoog te zien knipperen, kom ik er wel. Een Chinees spreekwoord zegt: "Heb je haast, neem dan een omweg". Ik zeg: "Heb je haast, stop dan met denken". Focus op waarmee je op dat moment bezig bent. Al is dat je handen wassen. Of de was doen. Of autorijden. Ik merk dat als ik al mijn aandacht op het nu vestig, er geen plaats is voor zorgen over de toekomst. Tijd om regelmatig vakkundig te onthaasten in een of ander luxeparadijs, heb ik niet. Maar deze oefening is een interessante, leerzame uitdaging, die mijn soms zo hectische leven een stuk minder stresserend maakt. Dit gedachtendieet werpt zijn vruchten af: als ik minder pieker, laat de inspiratie zich horen. Dat betekent meer ideeën, meer oplossingen en meer plezier. Op momenten waarop ik toch in angstgedachten verval, mediteer ik. Zo kom ik alsnog bij mijn kern terecht: het oog van de storm, waar alles stilstaat en ik alleen maar ben. Daar kan geen welnesscentrum tegenop.
Column | Van Groningen, F., De Cocon, jaargang 10, editie 59