Als een deken

Het komt meestal door oververmoeidheid, dan komen ze, de paniekaanvallen. Ik kan het bijna voorspellen. Weinig slaap, piekeren, stress van de rush, goed doen voor iedereen, lopen, koersen, opzuigen, voller en voller. Soms is het maar één onnozele druppel gevolgd door panikeren, korte adem, even balanceren op die hoogste top en dan vallen, huilen, toelaten en plots overvallen worden door het gevoel van een leegte. Dan kan ik bijna geen woorden meer uit mijn mond krijgen, kijk ik uit naar de avond, omdat ik dan bijna kan slapen, wetende dat het morgen helemaal anders zal zijn. Energie weg.

Sinds anderhalf jaar besef ik dat ik hoogsensitief ben. Maar door er veel over te lezen, weet ik dat ik het al heel mijn leven ben. Toch ging ik er van uit dat iedereen alles zo ervaart, maar het gewoon niet wou toegeven omdat de maatschappij dat niet toelaat, zo praten over gevoelens. Stel je voor dat je zogenaamd ‘zwak’ overkomt. Maar mijn redenering klopt dus niet. Niet iedereen wordt overvallen door een mindere sfeer op een vergadering, door spanning in een relatie die je aanvoelt bij vrienden, of iemand die zich niet goed voelt in zijn vel en liever zwijgt. Of iedereen gelukkig willen maken, zodat je zelf niet kan worden ‘afgewezen’.

Vrouw aan zee met haar in de wind en ogen en gesloten

Ik heb ook nooit echt gepuberd, ik vond dat puberen voor aanstellers en volgers was en ik had daar gewoon geen zin in. Ik wist wie ik was. Ik hoefde niet uit te gaan, te roken en drinken om aandacht te krijgen en er bij te horen. Dat mijn punten op school niet zo denderend waren, was omdat ik wist dat ik niet veel meer kon. Ik heb meestal mijn best gedaan, maar dat uitte zich niet in punten, waardoor ik niet goed genoeg was thuis. Altijd commentaar. Of ze gingen mijn toneellessen afnemen om het me eens goed duidelijk te maken. Of extra bijlessen, die niet hielpen want ik had geen wiskundig inzicht, geen enkel. Vreselijk. Mij altijd moeten bewijzen en niet goed genoeg zijn. Afmattend. Vermoeiend.

Het goed kunnen inschatten van mensen, dat is mijn sterkte, mijn bron van energie.

Over leven of overleven?

Maar toch ben ik de goede richting uitgaan. Verder studeren, blij zijn om op kot te zijn want ik kon mezelf zijn. Ik leerde mijn plan trekken, koken, man tegengekomen, trouwen, kindjes… Het veel voorkomende patroon. Maar ook het herkenbare patroon: af en toe eens lastig op het werk, eens uitvallen wegens erdoor te zitten, maar terug verder doen. Niet doorhebben wat energie vreet en wat niet. Twee kinderen op de wereld zetten en ook twee postnatale depressies erbij. Die niet uitgesproken werden door de huisarts en niet ‘besproken’ werden thuis. Overlevingsmodus: ik, de kinderen en mijn man de verbouwing. Ik was oververmoeid na een week werken en een gans weekend kinderen entertainen. Man verbouwt. Nooit veel over gezegd. Want ik kreeg een zucht, of een reactie waardoor ik dacht: ok laat dan maar. Ik draai wel verder.

Mijn valkuil. Liever zo laten dan directe confrontatie. Want ik plezier liever de andere dan op te komen voor mezelf. Ik heb het geprobeerd, maar dat werkt(e) niet goed bij rationele mensen. Die hebben niet het volle empathische vermogen om in te zien dat zij het gerust mogen doen voor mij. Of dat ik het misschien even niet gemakkelijk heb. Ik kon dat niet verwachten.

Kameleon

Aanpassen als een kameleon

Daarom heb ik het ook niet gemakkelijk met mensen die een zekere machtspositie bezitten (ik bedoel daarbij niet echt werkgerelateerde macht, maar eerder mensen die nu eenmaal zo in elkaar zitten). Zij komen sterk over, hebben precies een leger achter zich, spreken alsof ze altijd gelijk hebben. Ze wimpelen voorstellen weg, want het hunne is beter: moet je doen, je zal wel zien dat ik gelijk heb, het is beter zo. Ok dan. En terug het afwijzend gevoel, want hetgeen ik doe of voorstel is nooit goed genoeg. Of ik zwijg, of ik doe het zelf wel in stilte. Mijn vader is zo’n man, een vorige relatie ook. Rationeel. Zwart-wit. Snel in de aanval. Weinig zelfreflectie, ze kunnen moeilijk naar zichzelf kijken, laat staan toegeven en misschien ontdekken dat ze niet altijd zo juist zijn. Wat ik net teveel doe. Ik kijk te snel naar mezelf, wat heb ik fout gedaan, heb ik iemand gekwetst, wat kan ik doen om het terug recht te zetten… Anderen plezieren.

Inlevingsvermogen als kracht

Het inschatten van mensen, dat is mijn sterkte, mijn energiegever. Ik voel aan hoe ik welke persoon moet aanspreken en behandelen. Ik ben extreem geduldig en straal rust uit. Iedereen kan zijn wie hij is bij mij. Ik zal eerlijke feedback geven. Dat is mijn job, maar ook wie ik ben. Ik hou er van om minuscule veranderingen te zien bij mensen door mijn insteek. Want uiteindelijk doen ze het zelf. Maar ze krijgen wel herkenning. Anderen plezieren, anderen zich goed doen voelen. Van valkuil tot sterkte.

Wat is een probleem? Heeft het zin om er een probleem van te maken? Is het dat echt waard?

Eckhart Tolle

Ooit las ik een zin van Eckhart Tolle: ‘Wat is een probleem? Heeft het zin om er een probleem van te maken? Is het dat echt waard? Om u op te jagen? Helpt het u vooruit?’ Zoiets. Simpel. Soms eens diep in- en uitademen. Een eindje gaan lopen. Of een half dagje laten rusten. En de vraag blijven herhalen. Nadenken wat je zelf kan doen en wat de ander zou kunnen doen. Iedereen heeft een eigen aandeel. Het is een kunst om dat te zien. En een kunst om zo weinig mogelijk te klagen.

Kat onder dekentje

Warme deken

En intussen een nieuwe relatie, die ik begon zonder verwachtingen. Maar hij zag en ziet wie ik ben en laat me mezelf zijn. Hij zou me saai vinden als alles perfect zijn. Daardoor kan ik wel de confrontatie aan, kan ik zeggen wat ik wil en voel. Heel klaar en duidelijk. De warmte waarmee hij me omhelst, is wonderbaarlijk, als een deken. En hij kan zijn wie hij is. Tijd geven aan elkaar, mezelf laten zoeken naar mijn evenwicht in energie, empathie en genieten. Het hoeft niet altijd problematisch te zijn.

Het is soms wat het is. Liefde.

Getuigenis | Lies, De Cocon, jaargang 15, editie 90

Terug naar uit De Cocon voor leden