In de Cocon met.... Dimitri Leue deel 1
In het ruime oeuvre van acteur en theatermaker Dimitri Leue, ontwaren we een grote gevoeligheid voor grote thema’s en wereldproblemen als het klimaat, vegetarisme, oorlog, eenzaamheid … We vroegen het hem zelf: komt dat doordat hij hoogsensitief is? Dit interview werd afgenomen in de maand mei, dus de context kan enigszins veranderd zijn tegen dat jij dit leest. In de volgende editie van De Cocon verschijnt het tweede deel van dit interview. We vallen meteen met de deur in huis!
Denkt u dat u zelf een HSP bent?
‘Ik weet het niet 100% zeker. Mijn vrouw is super gevoelig, voornamelijk aan geluid en geur. In vergelijking met haar ben ik niet hoogsensitief, maar toen je daarnet meer vertelde over hoogsensitiviteit en hoe jij je soms voelt, hoe je kan doordenken over iets, dan voel ik me wel aangesproken. Onze zoon verveelde zich op school. We hebben allerlei testen met hem gedaan. Uiteindelijk was er toch een leerkracht die zei: “Ik denk dat we hier gewoon over een hoogbegaafd kind spreken die zich verveelt en daardoor den ambetanterik aan het uithangen is”. We hebben dat laten testen en bleek dus dat hij hoogbegaafd was op alle vlakken. Zowel voor taal, wiskunde, als logisch denken; hij heeft een jaar overgeslagen. Hij is in therapie gegaan, niet voor hoogbegaafd zijn, maar omdat hij zelf het gevoel had dat hij anders was en daardoor werd hij onzeker. Ik herken heel veel van mezelf in hem. Kortom, ik veronderstel dat ik wel een hogere sensitiviteit heb dan andere mensen.’
Ik denk dat veel acteurs en theatermakers in zekere mate hoogsensitief zijn. Ze hebben veel tentakels om te voelen wat er in de wereld gebeurt.
Waar denk u dat die hoogsensitiviteit bij u naar boven komt?
‘Ik kan mij heel goed concentreren als er achtergrondgeluiden zijn. Ik heb een knop gevonden om dat uit te zetten, maar ik hoor het wel. Bijvoorbeeld wanneer ik toneel speel: mijn aandacht is naar de tekst gericht en naar wat ik zeg, maar ook bij wat er in de zaal gebeurt. Ik mag niet laten merken dat ik dat voel of zie, zelfs wat er backstage gebeurt. Op een gegeven moment ben je aan het spelen en is je aandacht gevestigd op zeven dingen tegelijk, en dat is vermoeiend.
Ik denk dat veel acteurs en theatermakers in zekere mate hoogsensitief zijn. Ze hebben veel tentakels om te voelen wat er in de wereld gebeurt en om dat om te zetten in poezie of in theater. Je hebt dat nodig, dat is eigenlijk uw voeding.
Zelf ben ik heel gevoelig aan klank en stem: ik kan heel hard afknappen op stemmen of een taalfout. Ik vind het zeer moeilijk om een uur met iemand, zelfs vrienden, te praten die een onaangename stem heeft. Wat hoogsensitiviteit betekent en hoe dat in mijn leven werkt, kan ik niet helemaal vatten, maar ik herken wel veel. Als ik Wim Opbrouck hoor zeggen: “Veel acteurs zijn hoogsensitief”, dan kan ik alleen maar beamen en veronderstellen dat ik het wel ben.’
Hoe en wanneer is het vermoeden dat u hoogsensitief bent, ontstaan?
‘Door toneel, denk ik. Je voelt dat je een grotere gevoeligheid hebt. Bij mij lag die gevoeligheid in het mij veel te hard aantrekken van wereldproblemen. Wat niet rationeel is, want je kan dat niet veranderen. Al heel gauw op de toneelopleiding wou ik per se iets doen voor de oorlog in Kroatië en Bosnië. Ik kon het niet verdragen dat wij met Shakespeare bezig waren, terwijl er op nog geen 1000 km afstand een oorlog aan het woeden was. We zijn toen met een groep van de toneelopleiding kinderen gaan entertainen in een vluchtelingenkamp. Ik ben acteur en dat is wat wij daar moesten gaan doen, voor die kinderen gaan spelen. Daar manifesteert zich die overgevoeligheid, die naar mijn aanvoelen niet rationeel is en dus eigenlijk te ver gaat, maar die ik via toneel wel kan kanaliseren. Zoals in 2008, toen ik voor Don Kyoto door Vlaanderen ben gefietst met een bakfiets om een voorstelling zonder CO2 te maken. Ik was toen de eerste die daar een toneelvoorstelling rond heeft gemaakt. Omdat, tja, ik slaap niet van wereldproblemen. Don Kyoto was voor volwassenen, maar ik heb ook voor kinderen dat thema aangepakt, bijvoorbeeld met die voorstelling over een kalfje van geboorte tot slachthuis. Dat was om het vegetarisme, veganisme zelfs, aan te prijzen bij kinderen. Om bewustzijn te creëren rond wat je eet. Dat dat wel degelijk een dier is en niet gewoon een lap eetbaar “iets” in de winkel. Die voorstelling heeft heel goed gedraaid. Ik heb ook een voorstelling over uitstervende diersoorten gehad. En zo kan ik er nog een paar opnoemen, vooral over klimaat. Ik ben blij dat ik theater heb, want ik denk dat ik anders inderdaad heel ongelukkig zou rondlopen.’
Zou u dan opkroppen of juist niet?
‘Dan zou ik toch wel een beroep hebben gevonden bij een NGO. Ik zou toch iets gedaan hebben met dat gevoel van de wereld te moeten verbeteren. Mijn broer plant bomen in Afrika; dat is misschien wel iets dat ik zou gedaan hebben. Het gevoel hebben dat je iets goed doet, dat als je dan ooit sterft, je toch kan zeggen: “Ik heb wel een goed steentje verlegd in een rivier op aarde.” Ik heb van mezelf nu niet het gevoel dat ik al steentjes verlegd heb.’
Ik ben blij dat ik theater heb, want ik denk dat ik anders heel ongelukkig zou rondlopen.
Als ik het overzicht zie van alles wat u al gedaan hebt, dan lijkt het toch van wel.
‘W@=d@ (Spreek uit: ‘wat is dat’, nvdr.) is een heel mooi project geweest over de multiculturele samenleving. Een cross-over project van theater, tv, website en magazine. We hebben gevoeld dat we daar iets belangrijks hebben verwezenlijkt. Namelijk andere culturen met veel respect tonen op tv en daardoor eigenlijk onze eigen cultuur ook her-opwaarderen. Mag ik even een grote gevoeligheid vermelden? Hoe er nu, in de coronacrisis, over onze cultuur wordt gesproken ...
Het begon met de subsidie die drastisch verminderd werd, een stevige knip in het budget. Wat er vervolgens op social media werd geschreven: “Kunst, dat die mensen eens een echt beroep zoeken” of “wie wacht er nu op kunst?” Beledigingen als “luiaards die tot een kot in de dag in hun bed liggen om dan wat verf op een doek te kladden”.
De manier waarop over kunst en cultuur werd gesproken door mensen die dan voor de Vlaamse cultuur zijn, dat doet mij pijn. Ik voel dat ik dat als een belediging opneem. Ik dacht altijd dat ik met een heel mooi beroep bezig was, namelijk loutering brengen bij mensen. Je voelt dat je met je beroep mensen troost biedt, een warm bad van samenhorigheid creëert. Troost, loutering, catharsis, dat is het mooiste gevoel van theater dat er is. Dat wij, theatermakers en acteurs, dan afgedaan worden als profiteurs, dat vind ik onwaarschijnlijk. Ten eerste gaat er al geen geld naartoe. Ten tweede werk ik al jaren zonder subsidie. Ik verkoop mijn voorstellingen en met dat geld maak ik mijn voorstellingen: ik ben een zelfstandige. Ik weet dat ik mij dat eigenlijk niet mag aantrekken, want ik ken die mensen niet eens, maar zo’n dingen trek ik mij dus heel hard aan. Omdat ze het niet kennen, net zoals sommigen zwarten of allochtonen haten, maar ze kennen hen niet. En als ze hen kennen, dan zeggen ze: “Ja maar, gij zijt ne goeie.” Dus als je hen naar het toneel zou krijgen, dan zouden ze zeggen: “Ja maar, dit toneelstuk was wél goed.” Die negativiteit blijft lang in mijn hoofd hangen.’
Heel lang met dingen in uw hoofd blijven zitten, ervaart u dat als een nadeel van hoogsensitiviteit?
‘Ik gebruik mijn sport om te ventileren. Een uurtje lopen en dan komt het vanzelf naar boven waar ik die dag mee ben blijven zitten. Ik probeer het dan een plaats te geven.’
Wat zijn de voor- en nadelen van hoogsensitiviteit voor u?
‘Voor mezelf zijn de nadelen van hoogsensitief zijn: ’s nachts wakker liggen en sneller problemen detecteren, waardoor de problemen er komen. Ik denk dat als je vlot over een probleem gaat, het probleem vanzelf weg gaat. Wanneer je voelt dat er iets is, ga je iemand erover aanspreken, waardoor je het probleem bevestigt. Ik kan het niet laten om dat ter sprake te brengen, want ik denk: “Dat is een probleem, we moeten nu erkennen dat het er is.” Ik voel dat ik daardoor wel eens problemen creëer.’
Mijn gevoeligheid ligt in het mij veel te hard aantrekken van wereldproblemen.
De voordelen zitten voor u dan in het ‘van problemen theaterstukken maken en dingen creatief omzetten’?
‘Ik zie er vooral voordelen in! Een voordeel is zeker dat ik mijn hoogsensitiviteit in mijn beroep kan gebruiken: bij het schrijven, het spelen, bij het contact met het publiek achteraf. Zeker tijdens het spelen, doordat je er een gevoeligheid in kunt krijgen, dat is geweldig. Sensitief zijn in veranderingen, acteren in het moment. Als je iedere voorstelling reproduceert, dan krijg je eigenlijk een slechte voorstelling. Het moeilijke aan acteren is in het moment. Een voorstelling die je al 100 keer hebt gespeeld, die speel je de 101ste keer alsof het de eerste keer is. Daarom moet je heel sensitief zijn in wat de andere zegt: heeft die een andere toon, heeft die een andere klank vandaag? Dat maakt het eigenlijk tot samen spelen en dat maakt ons vak zo interessant. Dat we altijd zoeken naar een andere manier om hetzelfde verhaal te vertellen met dezelfde beelden. Het taalgebruik en de emoties zijn flexibel in het moment. Dat is de kunst van een goede acteur. Daarom ben ik blij met die gevoeligheid … ’
Interview | Steurbaut, E., & Broos, F., De Cocon, jaargang 16, editie 96