In de Cocon met.... Dimitri Leue deel 2
Acteur en theatermaker Dimitri Leue durft zich kwetsbaar opstellen: mensen kennen vooral zijn grappige kant, maar hij komt ook eerlijk uit voor zijn angsten. Hij brengt moeilijke thema’s in zijn theater, en dat niet enkel voor volwassenen, maar ook voor kinderen. Dit interview werd afgenomen in de maand mei ‘20, dus de context kan enigszins veranderd zijn tegen dat jij dit leest. In de vorige editie van De Cocon verscheen het 1e deel van dit interview.
De meeste mensen kennen u eerder als een grapjas van op tv. Zijn er twee Dimitri Leues?
Die plezante wordt altijd op tv gevraagd. Dat is geen rol die ik moet spelen, want dat is juist hoe ik in elkaar zit: heel snel op woorden reageren en snel moppen maken. Dat is voor mij geen moeite, want die knop staat altijd aan.
Het andere is mijn beroep: daar denk ik over na, daar schrijf ik over, daar zit ook humor in, maar niet alleen maar humor. Vanbinnen Bang Vanbuiten is een mooie, poëtische voorstelling over een operazangeres met smetvrees. Een voorstelling waar we best veel reactie op hebben gehad, omdat smetvrees een niet te onderschatten aandoening is die heel veel mensen hebben.
Er zijn grote thema’s die iedereen in zijn leven tegen komt, zoals de dood. Natuurlijk is dat een thema dat ik ook ooit wil behandelen, maar dat is nog niet het geval geweest omdat ik er zelf nog niet heel hard mee in contact ben gekomen. Met dementie wel: mijn grootvader, Warres (Borremans, nvdr.), was dement. We wilden daar een voorstelling over maken en zo zijn we beland in de psychische aandoeningen zoals fobieën en psychoses. Je rolt ergens in door wat je tegenkomt in je leven.
Ik heb, denk ik, een manier gevonden om gevoeligheden te kunnen brengen op een podium voor kinderen.
Als je na zes jaar nog iemand tegenkomt die zegt dat hij iets aan jouw voorstelling heeft gehad, dan weet je dat je een fijne voorstelling hebt gemaakt. Dat was zo met Vanbinnen Bang Vanbuiten. Na een voorstelling was er een jonge kerel die zei: “Ik had mijn brief al geschreven, ik ging morgen zelfmoord plegen. Maar een vriend wou nog één avond samen naar deze voorstelling komen.” En dan: “Ik ga het niet meer doen.” Kippenvel. Ik ben hem een jaar later nog tegen gekomen op een andere voorstelling. Daar zei hij: “Weet je nog wie ik ben?” Ik zei: “Ja, dat ga ik niet gauw vergeten.”’
Je zegt het gevoel te hebben niet veel impact te hebben, maar dat zijn toch stenen die je verlegd hebt in de rivier?
Dat is een mooi verhaal, inderdaad, en zo zijn er wel bij veel voorstellingen dingen gebeurd. Zoals een jonge moeder die een kind verloren had en die na een kindervoorstelling huilend zei: ”Dankjewel, je hebt deze voorstelling gemaakt over mijn kind.”
Ik zeg altijd: als er een voorstelling is met 500 mensen in een zaal, en je kan er vijf echt raken, dan heb je een geweldige voorstelling gemaakt. Ik wissel dat zware wel af met gewone leuke optredens voor kinderen, hoor. Je kunt niet altijd zo diep raken, want dat is heel intensief voor jezelf.’
Ik wil nog even terug komen op die fobieën. Heb je zelf ook angsten die je soms tegen houden?
‘In de voorstelling Vanbinnen Bang Vanbuiten zit één van mijn angsten die ik had (of heb). Ik heb daar een jeugdtrauma in verwerkt. Toen ik ongeveer zes jaar was, hebben grote jongens mij in een kist opgesloten en met stokken geprikt, en heeft er iemand over die kist geplast. Ik ben uitgebroken uit die kist, zoals de Hulk, heb die stokken kunnen pakken en ben rond mij beginnen slaan. Daarna ben ik heel hard gaan lopen. Daardoor heb ik heel lang nachtmerries gehad. Het gevoel dat ik was opgesloten, dat beklemmende, was mijn angst. Claustrofobie, dus. Toen ik 20 was, zat ik in een donkere theaterzaal en ik voelde dat ik begon te hyperventileren. Ik was bang in het donker … Ik heb heel hard tegen mezelf gevochten op dat moment: ademen en het rationele van de situatie inzien. Daar heb ik de angst overwonnen, want vanaf dan had ik er geen last meer van. Mensen schamen zich over angsten, praten niet graag over bang zijn. Veel mensen verstoppen hun angsten. Ik heb met een paar mensen met smetvrees gepraat en zij schamen zich daar allemaal voor. Ze zeggen: “Wij weten allemaal dat het overdreven is, maar we kunnen niet anders.”
Waarom maak je theater over onderwerpen zoals psychisch lijden?
‘Ik ben daar ingerold door die dementie van mijn grootvader tegen te komen in mijn eigen leven. Tijdens gesprekken met Te Gek?! kwam er de vraag om nog eens een voorstelling rond zo’n thema te doen. Ik dacht spontaan aan depressie, want ik had toen heel wat vrienden die echt stevig in een depressie zaten.
Over psychoses wou ik ook heel graag iets vertellen en dat heb ik mee in die voorstelling rond depressies gestoken. Een psychose is heel moeilijk uit te leggen. Omdat ik zelf meer aanleg heb tot fobieën en daar meer voeling mee heb, heb ik dan voor fobieën gekozen als derde onderwerp.
'Als je met 500 mensen in een zaal, er vijf écht kan raken, dan heb je een geweldige voorstelling gemaakt.’
Je bent ook heel erg bezig met het klimaat en ecologie, en maakt ook daarover voorstellingen. Wat doe jij zelf om je ecologische voetafdruk te verkleinen?
‘Ik ben volledig vegetariër en ik vlieg al 15 jaar niet meer. We hebben zonnepanelen en het huis is heel goed geïsoleerd. We hebben een auto die ik nodig heb om in Vlaanderen rond te rijden, maar ik droom wel van een elektrische wagen, die ik kan opladen met de zonnepanelen. We zouden dit jaar voor het eerst in 15 jaar met het vliegtuig naar Bali gaan. Mijn vrouw is nog nooit buiten Europa geweest en de kinderen hebben ook nog nooit gevlogen. We zouden met z’n allen één keer met het vliegtuig gaan, maar het is niet doorgegaan. Eigenlijk vind ik dat niet erg. Ik heb vroeger zelf heel veel gevlogen, maar als ik het had geweten (wat de impact was, nvdr), had ik het niet gedaan. Dat is duidelijk.’
Je bent een veelzijdig man die zowel voor volwassenen als voor kinderen theater maakt en speelt. Wat boeit jou specifiek aan kinderen?
Dat is eigenlijk al van in het begin van mijn carrière. Mijn eerste twee voorstellingen waren Maura of de 7 magen der eenzaamheid en Zara of de vogels komen terug uit het zuiden. Maura was voor volwassenen en Zara was voor kinderen.
Oda Van Neygen (stichter van jeugdtheater BRONKS, nvdr.) was mij van de toneelschool komen plukken met de vraag om eens iets voor kinderen te maken. Ik vond die reacties van de kinderen onmiddellijk super leuk. Eigenlijk zou iedere acteur verplicht in zijn opleiding een project voor kinderen moeten spelen.
Je leert daar zoveel van bij! Kinderen reageren meteen en dan moet jij inspelen op die reactie. Een volwassen publiek is stil, ze zijn beleefd en reageren minzaam en zachtjes. Dan zou je kunnen zeggen dat je nóg gevoeliger moet zijn om te horen hoe het zit. Maar toneelspelen gebeurt in het moment. Kinderen maken dat moment mee, die doen mee, spelen mee. Je leert daar ontzettend veel van'.
Jij drijft op die interactie. Het zijn niet alleen de kinderen die het leuk vinden, je vindt het zelf ook heel leuk.
‘Ja, en ik weet dat ze afhaken als het te ernstig wordt. Ik heb een manier gevonden, denk ik, om gevoeligheden te kunnen brengen op een podium voor kinderen. Ik doe dat gewoon graag. Veel mensen, mijn vrouw bijvoorbeeld, zeggen dat ik last heb van Peter Pan Syndroom. Ik speel nog altijd heel graag spelletjes, bijvoorbeeld met de kinderen.
Ik ga nu voor de eerste keer opnieuw Maura spelen, zeven keer per dag. Het gaat over liefdesverdriet en het herkauwen van liefdesverdriet. Het was enorm lang geleden dat ik die tekst had gelezen die ik geschreven heb in 1996, toen ik 22 was. Ik denk dat het misschien wel mijn eerlijkste tekst ooit is, mijn minst getheatraliseerde.
Maar zoals het hoofdpersonage, eigenlijk mijzelf, zich die wereldproblemen aantrok, zo was mijn eerste liefdesverdriet een diepe wonde. Ik wist echt niet hoe ik daar mee moest omgaan. Ik herinner mij dat ik met een vriend in het toilet stond van het conservatorium van Antwerpen en hij vroeg: “Hoe gaat het?” En ik begon daar te janken en viel flauw omdat ik begon te hyperventileren. Ik zie ons daar nog tussen die pissijns zitten, mijn vriend zich ontfermend over mij (hij had toen ook net liefdesverdriet). Wij hebben een band voor het leven, dankzij liefdesverdriet....
Interview |Steurbaut, E., & Broos, F., De Cocon, jaargang 17, editie 97