Jonge Voelsprieten: Beelddenkers
Wij zijn allen geboren als beelddenker. Tijdens het proces van taalverwerving leren we beelden koppelen aan woorden. Al tijdens de kleutertijd ontwikkelt zich een voorkeur voor de manier van informatie verwerken. Rond de leeftijd van tien jaar kan je zeggen of iemand vaker een visueel of een verbaal leersysteem gebruikt. De meeste mensen laten het beelddenken in de loop van hun ontwikkeling los. Een deel van de mensen blijft echter in beelden denken: dat zijn de beelddenkers.
Een taaldenker denkt in twee woorden per seconde, een beelddenker ziet 32 beelden per seconde. Toch levert hem dat op school geen tijdswinst op. Hij ervaart het naar school gaan an sich als zeer vermoeiend. Ons onderwijs is immers heel erg talig. De beelddenker heeft het vaak moeilijk met de spelling in vreemde talen, het lezen van lange teksten en het begrip van moeilijke woorden. Leerlingen krijgen vaak tweedimensionale teksten aangeboden en ook evaluatie verloopt bijna altijd op papier. Voor de beelddenker betekent dat een tijdrovend omzettingsproces waardoor hij vaak de indruk geeft trager te zijn. Niets is echter minder waar: de beelddenker denkt snel, maar moet zijn gedachten vervolgens weer omzetten naar taal om een juist antwoord te formuleren.
Laatbloeiers
Beelddenkers hebben het vaak ook moeilijk met het concept ‘tijd’. Het zijn de typische laatkomers. Wanneer ze in iets opgaan, zitten ze in een flow en vergeten ze de tijd.
Op school krijgen alle kinderen dezelfde lessen. Welke leesstrategie ook gebruikt wordt, het zal altijd neerkomen op opnemen, verwerken, opslaan en gebruiken. Een beelddenker ziet tijdens dit proces plaatjes in zijn hoofd. Hij zal dan ook leren door te zien, te ervaren en te doen. Een beelddenker ziet eerst het grotere geheel en werkt associatief. Beelddenkers nemen op met al hun zintuigen tegelijk. Ze bekijken de wereld subjectief en leven zich in. Dat zorgt ervoor dat ze pas gemotiveerd zijn als ze inzien waarom ze iets doen. Dan kunnen ze zeer snel verbanden en oplossingen zien.
Zie niet wat je denkt te zien, maar zie wat er is.
Visualiseren
De neurowetenschapper Jelle Jolles onderscheidt meerdere types van informatieverwerking. Verbaal-linguïstisch ingestelde mensen kunnen een zin met moeilijke woorden lezen en horen ondertussen zichzelf spreken. Visueel ingestelde denkers zijn gebaat bij visuele prikkels en dus ook bij tabellen, tekeningen, powerpoint presentaties en filmpjes. De haptische of kinetische leerstijl heeft beweging nodig. Een haptisch ingestelde leerling kan staande formules inoefenen aan een schoolbord of zijn les beter opzeggen terwijl hij aan het trampolinespringen is! Ook tekenen kan helpen, net zoals enkel draaien of droedelen tijdens de les.
Wat studeren betreft, hebben beelddenkers vooral baat bij een goede planning. Beginnen met iets eenvoudigs kan helpen om alvast opgewarmd te geraken. Een andere belangrijke tip is naar inhoudstafels en overzichten te kijken. Een beelddenker leert immers vanuit het geheel naar de details. Het kan voor beelddenkers zelfs zinvol zijn om hoofdstukken in het boek voor te bereiden voor de eigenlijke les! Er bestaan massa’s youtube filmpjes die je kunnen helpen bij het visueel maken van leerstof, de kunst is om ze te vinden. Een veel gebruikte techniek voor het visualiseren van de verbanden en associaties die de beelddenker legt, is mindmappen. Via tekeningen, pijltjes, kleurtjes en andere visuele elementen, activeer je zo niet alleen je praktische en logisch denkende linkerhersenhelft, maar ook je creatieve rechterhersenhelft. Andere bekende technieken om moeilijke leerstof in te prenten zijn het gebruik van ezelsbruggetjes (te vinden op het internet) en het op muziek zetten. Doen is sowieso beter voor een beelddenker dan staren naar een blad papier: maak tijdlijnen, woordenlijstjes, zoek prentjes…
Een taaldenker denkt in twee woorden per seconde, een beelddenker ziet 32 beelden per seconde!
Prikkelarme omgeving
Verder is het uiteraard belangrijk om zo weinig mogelijk afleiding te voorzien bij het studeren: beter aan een opgeruimd bureau dan naast mama in de keuken. Het spreekt voor zich dat de gsm en Facebook, Snapchat of Instagram ook beter uit de buurt blijven. Rustige achtergrondmuziek kan er eventueel voor zorgen dat je beter studeert doordat je het als aangenamer ervaart. Ten slotte zijn ook pauzes en slaap van groot belang: zo gun je je hersenen rust en de tijd om alles te verwerken. Deze laatste tips zijn uiteraard voor iederéén nuttig, niet alleen voor beelddenkers.
Bron: VERDOES.T., Beelddenker, uitgeverij SWP, Amsterdam, 2019, 110 blzn.
Informatief | Smet, H., De Cocon, jaargang 15, editie 88