Jonge Voelsprieten: Jong geleerd is oud gedaan

Al op heel jonge leeftijd leren kinderen hoe ze contact kunnen maken met andere mensen. Het begint al wanneer een baby voor het eerst lacht naar mama of papa. Door de positieve reactie zal het kind steeds vaker lachen. Zo ontstaan langzaam de eerste sociale vaardigheden, het kind leert contact te maken met de mensen om zich heen. De ontwikkelingen die het in de jaren hierna doormaakt zijn enorm en dat geldt ook voor sociale vaardigheden.

Op de leeftijd van vier à vijf jaar leggen ze meestal makkelijk contact leggen met kinderen en volwassenen. Toch is er ook een groep die hier nog veel moeite mee heeft, bijvoorbeeld doordat het kind is opgegroeid in een omgeving waar weinig andere kinderen waren en het dus weinig ervaring heeft kunnen opdoen. aar er is ook een groepje kinderen dat wel genoeg ervaring opgedaan heeft maar zich toch geen raad weet in het bijzijn van andere kinderen. We spreken dan van sociale problemen en in sommige gevallen van sociale angst.

Sociale problemen kunnen heel bepalend zijn voor het leven van een kind.

Kindje met krulletjes kijkt naar beneden

Sociale problemen

Sociale problemen leiden tot afhankelijkheid, teruggetrokkenheid en agressie. Kinderen met sociale problemen kunnen grofweg in twee groepen ingedeeld worden. De eerste is de groep kinderen die zich terugtrekt. Deze kinderen hebben weinig of geen contact met hun leeftijdsgenoten. Ze vallen vaak amper op in de klas en het probleem wordt niet altijd door de school onderkend. Deze kinderen worden vaak als makkelijk en meegaand ervaren in de klas. Ze zijn schuw, passief en passen zich vaak sterk aan aan de wens van anderen. Ze komen niet voor zichzelf op en vinden het eerder moeilijk om hun boosheid te uiten. Bij veel van hen kunnen we spreken van een sociale fobie, hun angst is de basis voor hun sociale problemen. Overigens kan een sociale fobie ook voorkomen bij kinderen die wel sociaal vaardig zijn. Bij deze kinderen zien we vaak dat ze wel een of twee goede vrienden hebben. Zij hebben vooral moeite met groepen.

De andere groep zijn kinderen die wel contact proberen te leggen maar dit op de verkeerde manier doen. Ze zoeken voortdurend ruzie of schreeuwen, slaan en duwen andere kinderen. Zij worden vaak ook gepest en de school ervaart dikwijls problemen met deze kinderen. Ze zijn niet populair, hebben vaak woede-uitbarstingen en negeren de rechten van anderen. Bij beide groepen zien we dat de kinderen het moeilijk vinden de verwachtingen van hun omgeving juist in te schatten, ze hebben weinig vertrouwen in hun eigen sociale kunnen (wat ieder keer weer versterkt wordt als een sociale situatie misloopt) en zijn vaak bang voor sociale situaties.

Behandelingen

  • Sociaal gedrag wordt aangeleerd door gewenst gedrag te belonen en ongewenst gedrag te bestraffen, waarbij de eisen voor een beloning steeds hoger worden gesteld. Deze methode is goed om bestaand gewenst gedrag toe te doen nemen en ongewenst gedrag te doen afnemen. Voor een kind dat ook nieuw sociaal gedrag moet leren is deze methode niet echt geschikt. Wanneer een kind erg angstig is, zal deze methode ook niet werken.
  • Sociaal gedrag wordt aangeleerd door middel van 'modeling'. Het kind observeert een groep kinderen die sociaal vaardig zijn en bespreekt dit met de hulpverlener. Deze methode is wel geschikt om nieuw gedrag aan te leren en wordt vaak gecombineerd met de bovenstaande methode.
  • Sociaal gedrag wordt aangeleerd door het kind te leren sociale signalen uit de omgeving te herkennen en correct te interpreteren. Het denken van het kind wordt als het ware veranderd. Het krijgt een sociale situatie beschreven. Hierna worden de volgende vragen besproken: Wat gebeurt er, hoe kan ik reageren (meerder mogelijkheden), wat is de beste reactie, hoe gaat het dan, was het de beste reactie? Om deze methode te kunnen toepassen moet het kind gemotiveerd zijn en redelijk slim.
  • Sociaal gedrag wordt aangeleerd via sociale vaardigheidstraining. In deze training worden de drie bovenstaande methodes samen toegepast gecombineerd met rollenspellen en oefeningen. Deze training vindt vaak in groepsverband plaats. Het kind doet succeservaringen op in de groep en krijgt hierdoor meer zelfvertrouwen.

Goede sociale vaardigheden spelen een belangrijk rol in het leven. Wanneer een kind er echt moeite mee heeft, is het dan ook aangewezen begeleiding te zoeken.

Sociale problemen kunnen heel bepalend zijn voor het leven van een kind. Het is dan ook aangewezen de problemen serieus te nemen en aan te pakken, vooral omdat sociale problemen ook kunnen leiden tot andere problemen. Het doel van alle behandelingen is bestaande sociale vaardigheden te doen toenemen en nieuwe aan te leren. Waar het om gaat is kinderen leren wat ze moeten doen, hoe het te doen en ze het zelfvertrouwen te geven zodat ze het durven te doen.

Bron: https://www.opvoedadvies.nl/sociaalfobie.htm

Informatief | Loeys, L., De Cocon, jaargang 15, editie 85

Terug naar uit De Cocon voor leden