Koppigheid of wilskracht?
Dient gezegd dat mijn wilskracht mij al veel heeft laten bereiken wat ik niet altijd verwacht had. Zo heb ik mijn diploma behaald om skiles te mogen geven en heb ik skiles gegeven voor een groep Nederlandse tieners. In deze coronatijden ben ik aan een puzzel begonnen van 9.000 stuks en ik heb hem al half af.
Enkele jaren geleden heb ik de zes Spartacus-runs gelopen omdat ik absoluut die grote medaille wou. Heb ik een trui gebreid en zie ik een foutje, dan wordt alles uitgehaald en opnieuw gebreid. Bij het sporten wil ik net dat stukje zwaarder gaan of langer volhouden. Op werkvlak doe ik door tot alles af is, als dat nodig is. Ik durf ‘ja’ te zeggen als ik iets echt wil en ‘nee’ te zeggen als ik iets echt niet wil.
Stress door koppigheid
Door mijn wilskracht worden ook dingen gedaan die ik niet graag doe. Als het gedaan moet worden, begin ik er op een gegeven moment gewoon aan, zonder dat dat een heel drama moet worden. En wat een geweldig gevoel is dat toch als je doel bereikt is! Maar oh wee, als ik dat gevoel een tijdje niet heb gehad. Is alles dus positief aan wilskracht of koppigheid? Nee, zeker niet. Je altijd willen bewijzen tegenover jezelf (en soms tegenover anderen) is enorm vermoeiend. Koppigheid kan voor veel stress zorgen, zeker als ik in tijdsnood kom. Dan ben ik niet de meest aangename persoon om mee om te gaan.
Wat doet het deugd wanneer je iets bereikt door je eigen wilskracht. Wat een geweldig gevoel is dat toch!
Heb ik bepaalde verwachtingen van een dag en krijg ik al de dingen toch niet uitgevoerd, dan durf ik al eens vervelend doen, zeker tegen mijn echtgenoot of kinderen. Als iets niet lukt, ondanks mijn wilskracht, dan valt het mij op dat ik dat echt moet verwerken. Je kan me dan het best alleen in mijn bubbel laten. Het is alsof ik mijzelf dan heb teleurgesteld. Hier moet dan toch wat tijd over gaan om dat te aanvaarden en los te laten. Een goede nachtrust kan soms wonderen doen of ik heb net een heel onrustige nacht.
Plezier kwijt
Ik doe veel dingen op basis van wilskracht, maar net daar zit ook de valkuil. Alles kan dan als een verplichting gaan lijken en dan is het plezier van het leven ver te zoeken. Bezorgt mijn koppigheid mij nog meer stress en kan ik best iets anders gaan doen of kan ik nog even volhouden en er dan de vruchten van plukken? Het is niet altijd gemakkelijk om te zien hoe ver je kan gaan met je wilskracht, want als ik nog even volhoud dan lukt het me misschien wel. Of ook niet? Het moeilijke is daar een balans in te vinden en de ene dag lukt dat beter dan de andere.
Op één gebied echter wil die wilskracht toch al eens danig tekort schieten. En dan heb ik het over gezond eten. Chocolade, chips, koekjes … ze roepen allemaal harder dan mijn wilskracht.
Getuigenis | Vallé, V., De Cocon, jaargang 16, editie 96