Methodescholen in Vlaanderen
Ik moet twintig geweest zijn en student aan de lerarenopleiding, toen ik voor het eerst over methodescholen hoorde. De ideeën van Maria Montessori, Rudolf Steiner en Célestin Freinet wekten meteen mijn interesse.
Ontwikkelen op je eigen tempo, werken aan persoonlijkheid, doorbreken van de klassieke leeftijdsindelingen, onderwijs op maat, de nadruk op zelfontplooiing en sociale vaardigheden … Het moet ook sommige jonge ouders als muziek in de oren klinken.
Heel wat vernieuwingen in ons reguliere onderwijs vinden een voorloper in het methodeonderwijs; ik denk daarbij bijvoorbeeld niet alleen aan hoekenwerk in het kleuter- en lager onderwijs, maar ook aan projectwerk in het middelbaar onderwijs.
Het kind centraal
De rode draad bij methodescholen is het afstappen van klassieke onderwijsmethodes, veelal geïnspireerd door een bepaalde filosofie en ideologische achtergrond (Reformpedagogik). Maria Montessori ging ervan uit dat een kind van nature enorm leergierig is. Bij Célestin Freinet ligt de nadruk vooral op het handelend onderzoeken en inzicht verwerven door ervaring. Ook het democratische principe is in het freinetonderwijs heel belangrijk. De pijlers van de jenaplanscholen zijn gesprek, werk, viering en spel. Hier geen klassieke klassen, maar ‘stamgroepen’ met leerlingen van verschillende leeftijden. Helen Parkhurst (daltononderwijs) stelt keuzevrijheid en zelfstandigheid centraal. Ook bij Rudolf Steiner speelt zelfstandigheid een grote rol. In het steineronderwijs ‘schrijven’ de leerlingen hun eigen boeken. In de eerste jaren wordt dat uiteraard intensief begeleid, maar naarmate de leerlingen ouder worden, moeten ze dat meer en meer zelfstandig kunnen. Ze zouden zo de leerstof op een dieper niveau verwerken.
Naast Freinet, Steiner, Montessori, Dalton en Jenaplan zijn er uiteraard ook nog minder bekende methodes. De Sudbury-scholen, waar kinderen zelf helemaal de regie in handen krijgen, zijn behoorlijk controversieel. Er zijn hier noch toetsen, leerplannen als klassen. In Mannaz scholen doen de leerlingen eigenlijk aan (georganiseerd) collectief huisonderwijs: in een huiselijke omgeving kunnen ze een soort time-out nemen om enerzijds in groep aan projecten te werken en ondertussen op hun eigen tempo leerstof te verwerken waarover ze examen afleggen voor de centrale examencommissie (de vroegere middenjury). Het is volgens mij een goede formule voor leerlingen die echt schoolmoe zijn. Jammer genoeg hangt er wel een stevig prijskaartje aan vast.
Door de bomen het bos niet meer zien
Is de ene methode geschikter dan de andere? Hoe zit het ondertussen met het reguliere onderwijs? Hoe zie ik in godsnaam als ouder nog door de bomen het bos?
Eerst en vooral is elk kind anders. Elk kind heeft dus ook andere behoeften. Het ene kind kan nood hebben aan duidelijke structuren, competitief ingesteld zijn of perfect functioneren in een onderwijssysteem dat op punten gebaseerd is. Een ander kind kan daar doodongelukkig van worden. Kinderen die in het gewone onderwijs vastlopen, kunnen openbloeien in methodescholen, maar voor anderen werkt het gewoonweg niet. De kunst is om als ouder de behoeften van je kind centraal te stellen, maar jammer genoeg zijn die niet per se gelijk voor alle kinderen uit het gezin.
Methodescholen leggen meer de nadruk op zelfontplooiing en sociale vaardigheden dan reguliere scholen.
Ik geloof ook niet in ‘goede’ of ‘slechte’ scholen. Alles staat en valt met de kwaliteiten en aanpak van de individuele leraar. En zelfs dan nog, zal een leraar die volgens het ene kind fantastisch inspirerend is, door een ander kind mogelijk verwenst worden. Leraars die voor het methodeonderwijs kiezen, doen dat waarschijnlijk wel heel bewust. De kans is dus groot dat je daar een enthousiast team aantreft; maar ook in het gewone onderwijs zijn er heel wat leerkrachten die het verschil maken en vernieuwende methodes integreren in hun lessen.
Vraag en aanbod
Overstappen van het methodeonderwijs naar het gewone onderwijs vergt altijd een aanpassing, ook als die overstap tussen het lager en het middelbaar moet gebeuren. Ondertussen zijn er wel al heel wat middelbare scholen die methodeonderwijs aanbieden. Dan valt de aanpassing pas later, op een moment dat de leerling sowieso een grotere zelfstandigheid moet tonen. Informeer zeker vooraf tot welke leeftijd de methodeschool in de regio kan gevolgd worden en hoe toegankelijk die is (beschikbare plaatsen).
Een kant-en-klaar antwoord op de vraag welke onderwijsmethode de beste is, bestaat gewoon niet. Een antwoord op de vraag welke school voor jouw kind de beste is, kunnen wij jammer genoeg ook niet geven. Om te weten te komen of een school bij je kind past, moet je langsgaan, de sfeer opsnuiven, praten met mensen … en je gevoel volgen.
Wist je dat belangrijke personen uit de omgeving, zoals ouders en leerkrachten, die hoogsensitiviteit (h)erkennen, een groot verschil kunnen maken in de ontwikkeling van hoogsensitieve kinderen en jongeren?
Onbegrepen in het onderwijs
Hoogsensitieve kinderen en jongeren worden vaak niet begrepen door hun ouders, medeleerlingen en/of leerkrachten. Hun gedrag geeft soms de indruk dat ze lui zouden zijn, te gevoelig, dat ze niets zouden kunnen of geen ambitie zouden hebben, enzovoort. Wanneer je de moeite neemt om deze kinderen en jongeren wat beter te leren kennen, dan merk je echter snel dat ze heel talentvol zijn op een aantal specifieke vlakken. Iedereen heeft immers talenten; alleen zijn die bij een aantal mensen gemakkelijker te zien dan bij anderen.Gezien hoogsensitieve kinderen en jongeren alle informatie en prikkels op een meer diepgaande manier verwerken, hebben ze vaak ook meer tijd nodig om die talenten tot ontwikkeling te doen komen.
Het ‘niet begrepen worden’ is bijvoorbeeld zeker niet bevorderlijk voor een evenwichtig persoonlijk groeiproces. Het leidt al gauw tot onzekerheid, een laag zelfbeeld, (sociale) angsten en noem maar op. Dat zien we ook in het wetenschappelijk onderzoek van het model rond ‘differentiële susceptibiliteit’ (DST) van Jay Belsky (2007). Dat onderzoek toont het volgende aan:
- Zij die in hun jeugd en opvoeding werden erkend en gesteund in hun gevoeligheid, veelal weinig tot geen last hebben van hun hoogsensitiviteit en het ervaren als een positief gegeven. In persoonlijke contacten en/of in een werkcontext weten zij hun talenten vaak positief aan te wenden, met hoge posities op de sociale ladder als gevolg.
- Zij die als kind minder gesteund zijn in hun gevoeligheid, vaak last krijgen van zware vermoeidheid en overprikkeling, waardoor hun dagelijks functioneren zwaar onder druk komt te staan.
Goede basis
Wanneer ouders en leerkrachten meer begrip tonen voor de aspecten van hoogsensitiviteit, leert een kind er dus makkelijker mee om te gaan, zaken positiever te benaderen en meer veerkracht te ontwikkelen, en zal het naar de volwassenheid toe minder negatieve gevolgen ondervinden van zijn/ haar hoogsensitiviteit.
Opvoeden is natuurlijk niet makkelijk. Voor hoogsensitieve kinderen werkt steunen, sturen en stimuleren het beste. Forceren, daarentegen, werkt helemaal niet voor hen. Integendeel, dan ontwikkelen ze eerder een afkeer van wat je hen probeert op te dringen. Een betere optie is sturen. Sturen gaat over grenzen stellen, afspraken maken en regels stellen. Belangrijk om te weten: een hoogsensitief kind heeft er nood aan ‘de zin’ of het ‘waarom’ van iets te begrijpen. Hoe meer informatie hij krijgt, hoe rustiger hij zich bij een (nieuwe) situatie zal voelen. Hoogsensitief blijf je je leven lang, en er is geen pasklaar antwoord om problemen op volwassen leeftijd te vermijden. Wel is het zo dat in de kindertijd een belangrijke basis wordt gelegd: als een kind zich dan gesteund weet in zijn gevoeligheid en er op een positieve manier mee leert omgaan, is de kans op problemen in het volwassen leven een stuk kleiner. Met hoogsensitiviteit leren omgaan is een proces, een zoektocht, zowel voor de ouders als voor het kind.
Blijf je in de opvoeding en/of het schoolgaan steeds tegen dezelfde moeilijkheden aanlopen met je kind? Weet dat het vaak helpt om de dingen eens met een andere bril te bekijken met de hulp van een gespecialiseerd therapeut of psycholoog. Op www.hspvlaanderen.be vind je alvast ons netwerk van gespecialiseerde psychologen, therapeuten en coaches.
Informatief | Smet, H., De Cocon, jaargang 16, editie 92