Pesten en hooggevoeligheid
Pesten op school, op het werk, in verenigingen of in buurten… Helaas zijn te veel mensen er het slachtoffer van. Pesten slaat diepe wonden. Hersenonderzoek aan de Universiteit van Leiden toont aan dat relationele trauma's sporen nalaten in de zich ontwikkelende hersenen van kinderen en jongeren.
Angst en wantrouwen zetten voorgoed de toon
Het trauma werkt zowel door in de cognitieve als in de sociaalemotionele ontwikkeling van de jongeren. Het blijft hen met andere woorden ook als volwassene achtervolgen. Ook pesters blijven vaak in een probleemzone steken. Het gepest levert hen geen échte vrienden op, integendeel!
De groep is meestal bereid om hen als eerste te laten vallen. Groeit het pestgedrag uit tot een antisociale houding dan blijft de samenleving opgezadeld met mensen die veel schade aanrichten, zowel op de werkvloer als daarbuiten.
De omstaander is niet vrij van schuld
Heel wat mensen staan erbij en kijken ernaar. Vaak wegen angst en groepsdruk zwaar door. Je wil vooral zelf geen slachtoffer worden. Niks doen of het laten gebeuren, betekent echter dat je stilzwijgend akkoord gaat met wat er gebeurt. Als je niks doet, voelen slachtoffers zich totaal verlaten. Pesten verziekt de hele sfeer, ook omstanders worden er door geraakt.
Wil pesten kunnen bestaan, dan zijn er twee partijen nodig: de pestkop en de persoon die gepest wordt. Mensen die pesten, of dit nu op het schoolplein is of op de werkvloer, hebben een slachtoffer nodig. Ze hebben het nodig om een ander klein te maken. Haal het slachtoffer uit het systeem en het systeem is de fect. Hooggevoelige personen zijn vaak degene die zich ontfermen over slachtoffers van pesterijen, net omdat ze zich zo goed kunnen inleven in anderen.
Gevoelig aan pesten?
Ken je de verschillende factoren die pesten in de hand kunnen werken, dan is het eenvoudiger om te begrijpen hoe het zover kan komen.
Er wordt in onze maatschappij veel nadruk gelegd op de stelling dat het vooral de eigenschappen van gepeste personen zijn die pesterijen in de hand werken. Ze zouden bepaalde persoonlijkheidskenmerken bezitten die een vlotte omgang belemmeren, wat dus tot pesten kan leiden. Deze kenmerken zijn vaak te linken aan hoogsensitiviteit:
- Sociale angst zoals verlegenheid, angst voor nieuwe situaties, geneigd zich terug te trekken en angst voor kritiek.
- Somberheid, zoals piekeren, depressieve klachten, geen interesse in anderen, niet assertief en gevoelens van eenzaamheid gezien.
- Een laag zelfbeeld, gerelateerd aan weinig zelfvertrouwen, onzekerheid, negatief denken over zichzelf en denken dat de anderen beter zijn, kwetsbaar en overgevoelig zijn.
Typisch HSP
Het is opmerkelijk hoeveel van bovenstaande eigenschappen terugkomen bij HSP’s. We zijn vaker bang voor nieuwe situaties en kunnen ook als verlegen overkomen. Andere hooggevoelige personen verkiezen vaak om aan de zijlijn toe te kijken. Al deze situaties kunnen ervoor zorgen dat HSP’s buiten de groep vallen. Daarnaast kunnen we ook een link leggen met somberheid. Hooggevoeligen hebben vaak het gevoel anders of niet normaal te zijn, doordat we niet begrepen worden.
Dit kan tot eenzaamheid leiden. Iemand met veel vrienden wordt minder vaak als slachtoffer gekozen. HSP’s lijken ook vaker een laag zelfbeeld te hebben. Daarnaast reageren we vaak overgevoelig en zijn we kwetsbaarder, allemaal kenmerken die we terugvinden bij pestslachtoffers. Hooggevoeligen voelen zich ook vaker een buitenbeentje. We zullen daardoor misschien gepest worden, waardoor we ons nog meer minderwaardig gaan voelen. Deze kenmerken leiden sneller tot pesten.
“Zacht is zwak”
Slachtoffers van pesten worden over het algemeen gekenmerkt door hun voorzichtige, sensitieve en stille manier van doen. Hierbij kan je ook duidelijk een link maken met hooggevoeligheid. HSP’s maken meer kans gepest te worden, omdat onze gevoeligheid ons minder weerbaar maakt, waardoor we het ideale slachtoffer lijken. Hooggevoelige personen kunnen zwak overkomen doordat we zachtheid, vriendelijkheid en vrede verkiezen. Daarnaast zijn HSP’s heel sterk bezig met het plezieren van anderen waardoor het kan lijken alsof we dominantie aanvaarden. Als laatste reageren we ook emotioneel sterker, zodat een pestkop gemakkelijker kan zien wanneer ze ons kwetsen.
Hooggevoeligen voelen zich vaker een buitenbeentje.
Wat te doen als je zelf het slachtoffer bent van pesterijen?
1. Voorkom vermijdend gedrag. Zeker wanneer je in het verleden ook te maken hebt gehad met pesterijen, neig je er snel naar om confronterende situaties te vermijden. Zoals een pestkop een slachtoffer herkent, herkent het slachtoffer ook pestkoppen. Loop niet met een boog om die treiterende collega heen, probeer hem of haar niet te vermijden en kijk de persoon recht in de ogen. Daarmee straal je kracht uit en elimineer je jezelf als potentieel slachtoffer.
2. Wees assertief. Een assertieve houding aannemen betekent niet dat je je moet voordoen als iemand anders. Het betekent simpelweg dat je opkomt voor jezelf en mensen recht in de ogen durft te kijken.
3. Blijf jezelf en trek een grens. Assertiviteit is een goede eigenschap, maar het is natuurlijk niet de bedoeling dat je voortdurend op je tenen loopt en van je af moet blaffen. Blijf vooral jezelf en durf te handelen naar wat de situatie van je vraagt. Trek voor jezelf ook een grens. Af en toe van je moeten afbijten is goed, maar als de situatie niet verandert, moet je voor jezelf ook kunnen besluiten dat je misschien niet op je plek zit.
4. Wees voorbereid. Zorg dat je een standaard opmerking hebt die op alle situaties van toepassing is, wanneer er iets onaardigs tegen je wordt gezegd, of wanneer je langs de koffieautomaat loopt en hoort dat ze iets onaardigs over je zeggen. Iets simpels als: “Zo, dat is dan ook weer gezegd” kan al volstaan, waarna je het van je af kunt laten glijden. Zo voorkom je dat je met je mond vol tanden staat. Dat vergroot alleen maar het gevoel van onmacht.
5. Geef feedback. Dat die ene collega je treitert, wil niet zeggen dat er niet met hem te praten valt. Doe het niet in het heetst van de strijd. Wacht tot de laatste nare opmerking een paar dagen geleden is, en vraag de persoon op de man af: “Je maakt vaak vervelende opmerkingen over me, en ik weet niet zo goed wat ik daarmee aan moet en wat je er precies mee bedoelt”. Laat daarna een stilte vallen. De andere partij zal zich ongemakkelijk voelen, met het nodige resultaat. Zorg ervoor dat je de controle houdt over het gesprek en dat jij degene bent die het beëindigt en wegloopt. Wees rustig en krachtig, niet vijandig.
6. Vraag hulp. Als het echt niet meer gaat, roep dan hulp in. Bemiddeling kan soms helpen. Zorg alleen dat je dit niet te snel doet, probeer het eerst in den minne op te lossen. In heel wat bedrijven werkt tegenwoordig een gevormde vertrouwenspersoon. Met deze persoon bespreek je in een vertrouwelijke sfeer het probleem en zoek je gezamenlijk naar mogelijke oplossingen. Soms zet het gesprek met een objectieve buitenstaander, die het probleem uit een andere invalshoek benadert, de problematiek zelfs in een ander licht, zodat het ineens overzichtelijker of draagbaarder wordt. Als niets helpt, kan je via de vertrouwenspersoon een klacht indienen tegen de pester.
7. Laat het niet sudderen. Wat je ook doet, wacht er niet te lang mee. Pesterijen zijn niet alleen vervelend, je kunt er letterlijk en fysiek ziek van worden. Het is een probleem dat zoveel mogelijk in de kiem gesmoord moet worden. Houd de regie over jezelf en je situatie.
Informatief | Deduyschaever, L., De Cocon, jaargang 10, editie 58
Bronnen: www.jovandeurzen.be
www.kieskleurtegenpesten.be
www.intermediair.nl