Voel jij je vlug persoonlijk aangesproken?
Het deed zich weer eens voor. Gisteren. De commentaar was wel voldoende subtiel, maar ik reageerde er voor de zoveelste keer weer eens ‘te’ op. Het was lang geleden dat ik nog zo heftig had gereageerd. Het enige wat ze zei was: ‘Waarom denk je in hemelsnaam zoiets?’
Plots namen mijn oude kindergevoelens het weer over. Ik voelde mezelf kleiner en kleiner worden, afdwalend van de situatie, me omhullend met de oude familiale protectionistische waarden, trachtend aan de pijn te ontsnappen. En toen … toen voelde ik de woede opkomen. Ik werd overspoeld door emoties en wist er geen raad mee.
Vanwaar kwam die plotse onverklaarbare woede? Gedeeltelijk verantwoordelijk ervoor was de blik en de toonhoogte van haar stem. Toen ik klein was volstond een gefronste wenkbrauw al om me aan het huilen te brengen. Al zo lang als ik me kan herinneren ben ik erg gevoelig voor afwijzing. Ik neem dingen veel te persoonlijk op.
Ik heb al erg mijn best gedaan om te leren te relativeren en om aan mijn woede-uitbarstingen te werken, maar nu en dan overvalt het me toch. “Iets” brengt me dan enorm van streek. Dat “iets” kan voor iemand anders erg onbeduidend lijken maar zoals andere HSP’s ben ik erg gevoelig voor subtiliteiten. Als je woorden of handelingen van anderen interpreteert als zijnde een persoonlijke afwijzing, dan neem je wellicht de dingen te persoonlijk op. Een patiënt vertelde me onlangs: ‘Ik ben zo poreus, ik absorbeer alles. Ik wenste dat ik dingen gewoon over me heen zou kunnen laten gaan. Ik zou gerust een anti-aanbaklaagje kunnen gebruiken!’ Wat een prachtige beeldspraak - gebruik maken van een ‘afwijzings’-afstotende laag als bescherming is een creatieve manier om met dit probleem om te gaan. Er zijn natuurlijk ook nog andere benaderingen, maar laten we eerst eens kijken naar de manier waarop je alles te persoonlijk opneemt:
- Je gelooft dat er een intentie is om je te kwetsen, ook al is die er niet
- Je neemt dingen verkeerd op, of je neemt de dingen wel goed op maar je gevoelens raken toch gemakkelijk gekwetst
- Je gelooft dat mensen altijd partij kiezen - voor jou of tegen jou
- Je raakt geïrriteerd wanneer mensen de dingen niet zien zoals jij ze ziet
- Je voelt je gekleineerd, verongelijkt of zelfs aangevallen
- Je neemt iets op als een persoonlijke mislukking – het voelt aan alsof anderen je ervoor verantwoordelijk stellen of je geeft gewoon jezelf de schuld
“Iets” brengt me dan enorm van streek. Dat “iets” kan voor iemand anders erg onbeduidend lijken maar zoals andere HSP’s ben ik erg gevoelig voor subtiliteiten.
Onrealistische verwachtingen
Net zoals je enorm veel van jezelf verwacht, verwacht je dit ook van al die andere aardbolbewoners. Onrealistische verwachtingen, al dan niet onbewust, zoals ‘Als je om me geeft, kan je mijn gedachten lezen en weet je precies wat ik wil’, leiden onvermijdelijk tot een aaneenschakeling van teleurstellingen. Enkel een rechtstreekse vraag biedt een grotere kans op een direct antwoord: ‘Ja, ik kan dat,’ of ‘Neen, dat kan ik niet maar hier is wat ik wel kan,’ of ‘Ik zal er eens over nadenken en dan laat ik je iets weten.’ Het probleem is echter dat velen onder ons niet kunnen aanwijzen wat ze nodig hebben en/of dat ze nooit geleerd hebben hoe ze het moeten vragen. En dan nog, als ze al weten hoe het te vragen, dan stelt zich nog het probleem dat ze te bang zijn om het te vragen - want als iemand ons verzoek afwijst, voelt het alweer aan als een persoonlijke afwijzing. De angst voor afwijzing speelt een belangrijke rol op de werkvloer en in persoonlijke relaties. Het beperkt ons en weerhoudt ons om contact te leggen met andere mensen en leidt vaak tot onbegrip en gekwetste gevoelens.
Oude wonden
Waar komt die gevoeligheid toch vandaan? Zoals Elaine Aron aantoonde in haar boek The Highly Sensitive Person, is het hebben van een gevoelig zenuwstelsel een innerlijke bedreiging. HSP’s zijn enorm vatbaar voor tekens en signalen, intonaties en klankkleur, woorden of zinnen. Zelfs één element uit de opsomming volstaat om een degelijke verdediging op te bouwen. Zoals een vrouw het beschrijft: ‘Het is alsof een tornado voorbijkomt en ik ben Alice (bijna) in Wonderland.’ De waargenomen afwijzing kan van familieleden, leeftijdgenoten, buren of leraars komen. Soms is de afwijzing ook echt bedoeld als afwijzing, maar vaak is het zo niet bedoeld, het is de indruk van het kind in ons dat telt. De gebeurtenissen en incidenten uit onze kindertijd eisen hun tol en ontwikkelen stilaan een geloof van zelfafwijzing. Nieuwe klappen stapelen zich op en iedere bitsige opmerking rijt oude wonden opnieuw open. We zijn steeds verbaasd wanneer deze oude gevoelens weer eens opdagen in ons leven als volwassene. Die oude gevoelens zorgen ervoor dat de gebeurtenissen in je leven steeds opnieuw volgens een bepaald patroon verlopen. Zij zijn verantwoordelijk voor nog maar eens misverstanden, gekwetste gevoelens, teleurstellingen en zelfs verlies van jobs, vriendschappen of liefdesverhoudingen.
Neem afstand
Hoe kunnen we dit patroon doorbreken? In eerste instantie kan je proberen om wat afstand te nemen van ‘de last’. Geef jezelf tien seconden om wat af te koelen. Tel langzaam tot tien of adem rustig tien tellen langzaam in en uit. Jezelf even een ‘time out’ geven is ook geen slecht idee (maar let op, als je de kamer even verlaat, laat dan wel weten aan je gezelschap dat je zeker van plan bent terug te keren). Ten tweede moet je trachten te achterhalen wat er aan de hand is en dan zodoende een keuze maken over wat je volgende zet zal worden. Als je de mening bent toegedaan dat je overreageert, is er een grote kans dat je de dingen te persoonlijk opneemt. Op zijn beurt is er dan weer een groot risico dat als je dingen te persoonlijk opneemt, je je afgewezen gaat voelen.
Als je de mening bent toegedaan dat je overreageert, is er een grote kans dat je de dingen te persoonlijk opneemt.
Als je je bewust bent van waar je mee te maken hebt, biedt je dat de mogelijkheid om verschillende manieren te vinden om ermee om te gaan. Vooreerst kan je je distantiëren van de intensiteit van het moment, in je eentje een ommetje maken en vanuit een ander perspectief de dingen bekijken. Om te beginnen neem je een stap terug en maak je jezelf los van de situatie.
Probeer jezelf volgende dingen af te vragen:
- Neem ik dit te persoonlijk op? Hoe dan? Scheid de persoon van het probleem door jezelf eraan te herinneren dat het mogelijk is dat je het niet correct geïnterpreteerd hebt of dat de andere persoon het misschien niet zo bedoeld heeft zoals het klonk. Het is perfect mogelijk dat het helemaal niet om jou draait. De andere persoon kan echt wel hemzelf of haarzelf aan het beschrijven zijn en het op jou projecteren.
- Voel ik me op één of andere manier afgewezen? Aangezien het feit dat je alles te persoonlijk opneemt gewoonlijk gekoppeld is aan enkele aspecten van het afgewezen voelen, is het erkennen van de eigen subtiele of niet zo subtiele afwijzingskwesties erg behulpzaam. Afwijzing kan zich uiten door het gevoel zich genegeerd of zich niet gewaardeerd te voelen, door het gevoel niet mee te tellen, uitgelachen te worden, onrechtvaardig behandeld te worden, veroordeeld, bekritiseerd, bedrogen, uitgebuit, afgebroken, of achtergelaten te worden. Sluit één van deze definities aan bij jouw situatie?
- Is er een reden voor mij om me bedreigd te voelen? Voer een veiligheidscontrole uit van de situatie. Als de situatie voor jou als niet veilig gepercipieerd wordt, geef jezelf dan de toelating om de situatie te verlaten. Anders loop je gevaar om oude angsten uit je kindertijd te herbeleven. Als kind had je waarschijnlijk het gevoel dat je de bedreigende situatie niet uit de weg kon gaan. Herinner jezelf eraan dat het volwassen deel in jou kan tussenkomen en de hand van het kind kan vasthouden en zeggen: ‘Laten we hier weggaan.’
- Waar komt deze heftige reactie vandaan? Besteed bijzondere aandacht aan de invloed van culturele en van generatie-overstijgende afwijzingsboodschappen. Ik heb ontdekt hoe de ervaringen uit mijn eigen kindertijd bijgedragen hebben tot mijn overgevoeligheid. Neem nu het volgende voorbeeld. Ik begrijp waarom ik overreageerde toen die persoon zei: ‘Waarom doe je in hemelsnaam zoiets?’ In mijn vroege kinderjaren werden mijn ervaringen sterk in vraag gesteld en werden mijn ideeën als verwaarloosbaar bestempeld. Ik werd steeds vergeleken met mijn neefje dat even oud was als ik. Ik voelde me bekritiseerd en veroordeeld. Het verdict? Een dikke onvoldoende. Zo begon ik stilaan mijn eigen capaciteiten en waarnemingen te wantrouwen.
Het poedelrokje
Ik geef je een duidelijk voorbeeld. Ik herinner me dat ik in de middelbare school graag een poedelrokje wou hebben. Mijn vader kon zich dat niet veroorloven, dus besloot ik er zelf eentje te maken. Ik kocht een effen vilten rok (roze natuurlijk) en ik naaide er, om het op te vrolijken, met lussen van grijs garen een mooie donzige poedel op. Daarna voegde ik er een rijnstenen halsbandje aan toe en een gouden riempje. Ik was toch zó trots op mijn eigen creatie!
Toen ik mijn nieuwe rokje de volgende dag droeg om mijn neefje te bezoeken zei mijn tante: ‘Waar heb jij die schattige rok gekocht? Zo één wil ik ook wel voor Klaartje.’ ‘Ik heb ‘m zelf gemaakt,’ zei ik fier. ‘Je liegt,’ zei mijn tante, ‘je kan het onmogelijk zelf gemaakt hebben.’ Ze sprak met zo’n autoriteit en ik was zo beïnvloedbaar, dat ik werkelijk in de war raakte en er zelf aan begon te twijfelen of ik mijn poedelrokje wel echt zelf gemaakt had.
Is het dan verwonderlijk dat ik nog steeds, tot de dag van vandaag, overreageer wanneer ik denk dat iemand mijn waarneming in vraag stelt?
Fopkaarsjes
En nu we het toch over verwarring hebben – daar stond ik, zo’n gevoelig kind, dagelijks gebombardeerd met alle soorten subtiele indrukken, keer op keer werd mij verteld hoe abnormaal mijn observaties wel niet waren, hoe ik mij die dingen inbeeldde. Is het dan verwonderlijk dat ik nog steeds, tot de dag van vandaag, overreageer wanneer ik denk dat iemand mijn waarneming in vraag stelt? Deze incidenten doen zich niet vaak meer voor, maar als ze zich voordoen, is het huis te klein. Ze zijn een vertraagde versie van de fopkaarsjes op een verjaardagstaart die je maar niet uitgeblazen krijgt. De vlammetjes lijken beurtelings even uit te doven voor enkele seconden, maar voor je het weet zijn de vlammetjes er weer. Ik gebruik graag die opflakkering als een duiding om te vieren dat het lang geleden is sinds de vorige woedeaanval: ‘Daar ga ik weer! Vroeger deed ik geregeld zo, maar nu, hey, nu is het vier maanden geleden dat iets me zo van streek bracht.’
Het zal natuurlijk opnieuw en opnieuw gebeuren. Het goede nieuws is echter dat deze incidenten zich steeds minder vaak zullen voordoen en dat ik me steeds vlugger weet te herpakken. Soms vraag ik me zelfs af wat er zou gebeuren als een opmerking als ‘Waarom doe je in hemelsnaam zoiets?’ niet meer dezelfde waarde zou hebben. Zou dat dan aanvoelen alsof een oude vriendin verhuisd is?
Uit “Comfort Zone”, Volume 2, Issue 3, nieuwsbrief van Elaine Aron. Vrij vertaald en gepubliceerd met toestemming van Elaine Aron. Vertaling: Hilde Winnen (2005)
Informatief | Aron, E., De Cocon, jaargang 1, editie 5